woensdag 3 december 2014

Een leuk sinterklaasfeest: 5 tips

Nog twee (of drie) nachtjes slapen en dan is het alweer pakjesavond!
Hoe zorg je dat het feest ontspannen verloopt?
Hier vijf tips!
Sint signeert 'Hoe Piet Kleur kreeg'

1. Ingaan op vragen: twijfelen mag
Kinderen gaan op een gegeven moment vragen stellen: hoe kan Piet eigenlijk dat pakje door de schoorsteen krijgen? Waarom lijkt de Sint op het dorpsplein een beetje anders dan die op tv?
Het is niet nodig daar allemaal antwoord op te geven. Geef de vraag terug: 'ja dat is een goede vraag zeg! Wat denk jij?' Door zelf antwoorden te verzinnen, timmer je het onnodig dicht. Kinderen mogen best twijfels krijgen: het is een opmaat naar groot worden. Kinderen die graag nog even blijven geloven, geven je gegarandeerd fantasievolle antwoorden terug.

2. Verlanglijst is geen boodschappenlijst
Het is handig als kinderen een verlanglijstje maken, dan weet je wat ze willen. Maar: het is geen boodschappenlijst! Je hoeft echt niet alles van de lijst te kopen. Zorg ervoor dat je van de lijst een of twee dingen koopt die de kinderen echt graag willen, maar durf er ook van af te wijken. De tv-reclame staat bol van het speelgoed waar kinderen uiteindelijk niet mee spelen.

3. Verleg de focus: doe een spel
Pakjesavond vinden kinderen geweldig: zoveel cadeaus bij elkaar! Om te voorkomen dat ze alleen nog maar daar aandacht voor hebben, is het goed de focus te verleggen. Dat kan door bijvoorbeeld een grote dobbelsteen te maken met op elk vlak ene andere tekst: pak een cadeau voor jezelf: pak een cadeau voor je linkerbuur; haal iets te drinken voor je rechterbuur; zing een liedje; geef een knuffel (of hand) aan degene tegenover je; pak een cadeautje voor je rechterbuur.
Iedereen mag om beurten de dobbelsteen gooien. Wat bovenop komt moet je uitvoeren. Schroom niet om de spelregels aan te passen als het allemaal te langzaam gaat.
Het spel is al vele jaren bij ons thuis met succes en plezier toegepast, en haalt de aandacht meer naar de gezelligheid in plaats van op de cadeaus.

4. Kijk eens verder dan de speelgoedafdeling
In winkels waar je gewoonlijk niet aan denkt, zijn vaak de leukste dingen te kopen. In plaats van een duur alles-in-een knutselpakket, kun je ook een pakje maken met divers knutselmateriaal: een behangrol, dikke stift, dunne stiften, lijm et cetera. Kinderen spelen ook graag met 'echt' materiaal: dus als je van je werk een oude pet of doktersjas hebt, is dat net zo leuk als een speelgoedjas - zo niet leuker!

5. Altijd leuk: boeken!
Zo op het eerste gezicht zijn niet alle kinderen meteen blij als ze een boek krijgen, maar uiteindelijk is het een prachtig cadeau. Er zijn zoveel boeken te koop over allerlei thema's: als je kind een zusje of broertje krijgt, over hoe het is om iets te moeten delen, over het overlijden van een dierbare. Een boek helpt je kind om bepaalde gebeurtenissen te verwerken. Het biedt ook een mooie kapstok om met elkaar te praten. En samen lezen is gezellig. Ook lang nadat de Sint en de Pieten zijn vertrokken!

Leestip 1: Het boek 'Hoe Piet kleur kreeg' is een vrolijk verhaal voor kinderen. Warm aanbevolen door de Sint zelf! Kans maken op een gratis exemplaar? Dat kan t/m 6 december!  kijk op www.kroost.org/winactie/hoe-piet-kleur-kreeg/

Leestip 2: 'In ons gezin gaat alles prima! Maar soms..'  (Saskia Henderson, bij Kosmos uitgevers). Een leuk boek voor alle ouders en grootouders die meer willen weten over de opvoeding thuis. Ook leuk om cadeau te geven! Verkrijgbaar bij de boekhandel, bij bol.com en bij mij.

Een vrolijk Sinterklaasfeest gewenst!

donderdag 6 maart 2014

De peuter zegt niets

Een groep op een kinderdagverblijf, etenstijd. Aan een peuter wordt gevraagd wat zij op haar boterham wil. Geen antwoord. De leidster vraagt het nogmaals. Geen antwoord. De peuter kijkt de leidster wel aan, maar geen woord komt over haar lippen. Kan ze niet praten? Jazeker, de rest van de dag kletst ze de oren van je hoofd. De leidster wordt geïrriteerd. 'Tja, als je dan niks zegt, dan help ik je niet hoor. Ik vraag het nog één keer: wat wil je op je brood?' Als nog steeds geen antwoord volgt, geeft de leidster het kind geen beleg op haar brood, of iets dat ze niet zo lekker vindt.

Deze situatie kreeg ik voorgelegd op een van mijn laatste trainingen. De vraag is: wat is hier aan de hand? De leidster geeft aan dat zij zo handelt vanuit ergernis. Ze vindt dat het kind haar uitdaagt. Daarnaast is ze van mening dat het kind moet leren antwoord geven: 'dat hoort zo en bovendien is het beter voor de taalontwikkeling.'

Om deze situatie te doorgronden is het van belang verder te kijken dan het gedrag van het kind op zich. Wat is de oorzaak, de behoefte van waaruit dit kind zich zo gedraagt? Is dat inderdaad om de leidster 'uit te dagen'? Of zijn er ook andere redenen te bedenken? Ik noem er een paar:

Het kind kan een minder grote woordenschat hebben dan jij dacht en zoekende zijn naar het woord 'pindakaas', tussen alle andere begrippen door.
Het kind- ook als het een welbespraakt kind is-  kan schrikken van een rechtstreekse vraag, waardoor het blokkeert. Omschakelen kost tijd.
Het kind kan met iets anders bezig zijn geweest (lekker kletsen met de buurvrouw), waar het liever mee bezig is. 
Het kind kan het moeilijk vinden om een keuze te maken, want als je iets kiest betekent dat dat je iets anders niet krijgt en misschien is dat eigenlijk wel lekkerder.
Ook kan het zijn dat het kind moeite heeft met de manier waarop de vraag wordt gesteld.
Want als de leidster al gehaast is of geïrriteerd door een eerdere aanvaring met dit kind, zal zij de vraag wellicht niet neutraal stellen, maar met irritatie in haar stem. Het kan zijn dat dit kind dan reageert met zwijgen. De vraag wordt als een bevel ervaren, en de reactie op macht is hier verzet door zwijgen.
Is dat uitdagen? Ik zou het zo niet willen noemen. 'Uitdagen' betekent dat je willens en wetens bepaald gedrag vertoont. Je wéét dat een ander dat niet prettig vindt, en toch doe je het. Volwassenen kunnen een ander uitdagen. Want zij zijn in staat zich in te leven in de positie en de gevoelens van de ander (enfin, daar ga ik maar even vanuit... ;) ). Kinderen, zeker jonge kinderen, kunnen dat nog niet. Als zij bijvoorbeeld wegrennen, doen zij dat niet om ons te pesten, maar omdat het gedrag leuk is om te doen, een andere keer wel leuk gevonden werd, en een heleboel reactie oplevert.

Wat de oorspronkelijke oorzaak ook is, de negatieve reactie van de leidster maakt de volgende eetgebeurtenis bij voorbaat beladen. De volgende vraag van de leidster zal een nog sterkere reactie bij het kind geven. Het kind blokkeert, want het herinnert zich de vorige keer, en de stress die dat opleverde. Ook de leidster reageert -wellicht ongemerkt- opnieuw wat gestrest. Een vicieuze  cirkel is geboren.

Hoe kan deze situatie nu voorkomen worden?
Door het gedrag niet te labelen als 'het kind doet het erom', maar objectief te houden, voorkomt de leidster dat ze in deze spiraal terecht komt. Belangrijk is dat de leidster zich realiseert dat de machts-reactie ('dan maar geen/ niet lekker beleg') geen oplossing is. Sterker nog: het maakt de eetsituatie (en het stellen van rechtstreekse vragen) voor het kind onveilig. Het kan zelfs besmettelijk zijn: het 'koppige' zwijgen kan ook op andere momenten gaan gebeuren, met nog meer irritatie bij de leidster en onveiligheid voor het kind in het verschiet.

'Maar', kan de leidster zich afvragen, ' hoe leer je kinderen dan dat het 'hoort' om antwoord te geven? En de taalontwikkeling? Straks gaan alle kinderen geen antwoord meer geven!'
Deze vraag gaat over de morele ontwikkeling en over de taalontwikkeling van kinderen.
Allereerst: praten leer je niet door dwang en 'moeten'. Praten leer je vanuit ontspanning en door gezellige gesprekken. Hierdoor krijgt het kind zin om te praten. Verbeter een kind dus ook niet, en laat hem geen dingen opnieuw zeggen. Want dat legt druk op het gesprek en maakt dat kinderen bang worden om het fout te doen. Laat ze 'meters' maken door lekker te kletsen. Maakt een kind een taalfout, zeg de zin of het woord dan zonder nadruk zelf goed. 'Wo!' 'Jij wilt graag worst op brood? Ja, dat is lekker hè. '
Ook wat betreft de morele ontwikkeling leren kinderen het meest vanuit een positieve sfeer. Al gezellig kletsend kun je aan kinderen duidelijk maken wat jij belangrijk vindt. Dat werkt beter dan iets afdwingen.
Dus: begraaf de strijdbijl, en los dit soort situaties op met creativiteit. (*)  En laten veel leidsters daar nu net meesters in zijn! 

(*) Voorbeelden:
- Vertel wat alle kinderen hebben gekozen en voer een gesprekje met kinderen wat ze nu het lekkerst vinden om te eten. Betrek het zwijgende kind ook in het gesprek en vraag spelenderwijs nog een keer of ze al weet wat ze op haar boterham wilt.
- Gebruik actief luisteren. 'Lastig he, al die keuzes.' 'Je hebt niet zo'n zin om het te zeggen vandaag?'
- Buig je samenzweerderig naar het kind en vraag of ze het wel wilt fluisteren.
- Zet twee belegkeuzes klaar en vraag of ze het wel wilt wijzen. Praten komt een ander moment wel weer; eerst het vertrouwen en de ontspanning terug.
- Maak een grapje: 'ik denk dat jij op je brood wilt... poep!... of ... een stoel!' Bedenk met alle kinderen gekke dingen  die je (niet) op je brood kan doen.
- Zeg dat je graag wilt weten wat zij lekker vindt, omdat je het dan kan geven. Vraag of ze het goed vindt dat je smeerkaas/pindakaas of iets dergelijks geeft. Als ze knikt, geef je dat. Zegt ze niets, dan zeg je dat je even doorgaat met de andere kinderen. Later pak je nonchalant de smeerkaas en vraag je 'deze maar doen?'  . Hoe minder druk erop staat, hoe beter.
- Helpt niets, doe dan lekker beleg op de boterham, terwijl je zegt 'ik denk dat je dit wel lekker vindt. En anders zeg je het maar.'

Meer weten?
Kijk op www.hendersontrainingen.nl voor betaalbare, leerzame en vrolijke bijscholingscursussen en ouderavonden over diverse thema's. Voor ouders, dagverblijven, BSO en scholen. Je kunt ook mailen naar info@hendersontrainingen.nl   of bellen naar 06 -22254049 .

donderdag 7 november 2013

Hoe Piet kleur kreeg


'Hoe Piet kleur kreeg' is een vrolijk verhaal uit het Sint en Pietendorp.
Een verhaal dat het feest een nieuwe glas geeft!
Lees hieronder enkele fragmenten:

Het leek een gewone dag in het Sint-en-Pietendorp in Spanje. (...) Toch was er één huis waar geen plezier werd gemaakt. In dat huis zaten Sint en Hoofdpiet droevig voor zich uit te staren in hun werkkamer.
‘Ik geloof het gewoon niet!’, zuchtte Sint. Hij had zijn ellenbogen op tafel en zijn hoofd rustte in zijn handen, alsof zijn hoofd te zwaar was. Zijn mijter zat scheef.
.... er is een Pietentekort ontstaan!  Hoe zal dit aflopen? Het Pietentekort wordt opgelost, maar een nieuw probleem ontstaat..... Lees er alles over in het boek dat binnenkort verschijnt.........

‘Wat denk je, Piet?’ zei hij. ‘Hoe zullen de kinderen reageren? Zullen ze wel blij zijn?’
Hoofdpiet zuchtte.
Sint keek even opzij naar de Hoofdpiet en giechelde toen ineens.
‘Ja sorry hoor, maar het blijft een grappig gezicht.’
Op de wang van Hoofdpiet was een mooie streep rood  zichtbaar.

.....
 
Enkele ouders riepen: ‘Wat is dit! Wij willen zwarte Piet!’
‘Boe!’
‘Weg met die gekkigheid!’
Maar een klein meisje klom aan dek en gaf rode Piet een zoen. ‘ik vind jou mooi!’ zei ze.
Uit het ruim klonk een kreet. ‘Zie je nou wel!’ Lolpiet en Snoeppiet kwamen giebelend naar boven geklommen.
(...)
Alle kinderen juichten en riepen. ‘Hoera! Wat een mooie Pieten!’ Tegen zoveel blijdschap konden de ouders niet op. Ze aarzelden even en riepen toen ook maar: ‘hoera voor de kleurenpieten!’
(...)

Lees het hele verhaal ! Het verhaal verschijnt binnenkort in boekvorm , geschreven door Saskia Henderson, met tekeningen van Minke Willemse.



Polderen met Piet

De Pietendiscussie heeft veel los gemaakt. Mensen die zich van vroeger de spanning, de cadeautjes, de chocolademelk kunnen herinneren hebben een totaal andere blik op het Sinterklaasfeest dan de mensen die vroeger nooit Sinterklaas hebben gevierd en zich hogelijk verbazen over die verklede en geschminkte mannen en die wat stijve man met baard. En er zijn mensen die zich voornamelijk de pijn kunnen herinneren: van mensen die je ineens uitschelden voor Zwarte Piet omdat je huidskleur enigszins lijkt op die van de geschminkte mannen.
Wat in de discussie gebeurt, is dat mensen elkaars gevoel ontkennen of bagatelliseren. Natuurlijk heb je het volste recht om jouw mening te geven en te vinden wat je vindt. Alleen: als iemand zich het feest herinnert als naar, is dat even wáár als het gevoel van degene die zich het feest herinnert als warm en gezellig.

In de opvoeding vind ik het belangrijk dat ouders zoeken naar oplossingen die recht doen aan de behoefte en gevoelens van beide partijen.  Stel: je hebt twee kinderen. De één wil harde muziek draaien en de ander wil iets op tv zien. Je kunt dan de muziek of de tv uitdraaien met de woorden: dan ga je maar wat anders doen. Degene die deze strijd verliest, blijft vol wrok achter. Er zijn ook ouders die hun kinderen helpen het anders op te lossen.  'Wat wil jij? ''OK, en wat wil jij?' , 'Dat is een probleem, zeg! Hoe lossen we dat nou op?' 
Kinderen leren op deze manier dat jij recht hebt op je mening en gevoel, en dat de ander dat recht ook heeft. Alleen samen kun je eruit komen.
Het geeft vaak heel verrassende uitkomsten als je op deze manier te werk gaat. Kinderen leren luisteren naar elkaar, leren zich verplaatsen in de ander, én leren creatieve oplossingen bedenken. Een logisch gevolg is dat deze kinderen meer vriendjes hebben en leukere vriendjes zijn. Een logisch gevolg is ook dat deze kinderen later als volwassenen leukere en effectiever communicerende volwassenen zijn.

Het zou mooi zijn als de mensen een weg uit deze Pietendiscussie konden vinden door ook op deze manier te werk te gaan. Het moet toch mogelijk zijn om de traditie in stand te houden op een dusdanige manier dat het voor degene die er nu tegen zijn, niet meer kwetsend voelt? Ik heb een voorzet gedaan voor een nieuw verhaal. (zie facebook of volgende blog). Het is weliswaar zonder met alle betrokkenen te spreken - wat eigenlijk een voorwaarde is om het probleem echt op te lossen. Maar dat gaat wat lastig met zoveel mensen. Maar wellicht kan het verhaal leiden tot een ander gezichtspunt en een feest waar iedereen blij van wordt?